Tarte tatin van Peer

Ingrediënten

Deeg

Voor 500 g

  • 500 g zelfrijzend bakmeel
  • 300 g koude boter
  • 160 g poedersuiker
  • 2 eiereni of 16 cl koud water of koude melk

Overig

  • 4 handperen, geschild
  • 400 ml witte wijn
  • 180 g suiker
  • 2 kaneelstokje
  • laurierblaadje
  • stukje steranijs
  • 20 gekneusde zwarte peperkorrels
  • 40 g boter

Bereiding

Maak van de bloem een berg met een kuiltje op het werkblad. Doe de suiker in het kuiltje. Breek het ei op de suiker, of giet de vloeistof op de suiker. Snijd de koude boter in kleine stukjes en plaats deze op de bloem. Snijd met twee messen de boter door de bloem. Kneed het deeg met koude handen tot een samenhangend deeg. Vorm een bal van het deeg en wikkel deze in huishoudfolie. Laat het deeg 2 uur rusten in de koelkast.

Verwarm de oven voor op 200°C. Snijd de peren in de lengte doormidden en verwijder met een meloenboor het klokhuis. Doe de peerhelften met de wijn, 50 g suiker, kaneel, laurierblad, steranijs en peper in een steelpannetje. Voeg water toe tot de peren net onder staan en breng ze aan de kook. Neem de pan van het vuur en Laat de peren afkoelen in het vocht. Neem ze uit het vocht en dep ze droog. Snijd ze vanuit de punt in dunne plakjes maar houd de plakjes in de punt bij elkaar.

Vet eenpersoonsbakvormpjes van 11-12 cm doorsnede in met boteren strooide restvan de suiker over de bodems. Of maak een tarte tatin in een grote vorm. Legde peer met de bolle kant naar beneden in de vorm en druk de peer uit in een waaier. Steek rondjes ter grootte van de vormen uit het deeg en druk deze om de peer heen in de vormpjes. Prik het deeg in met een vorken bak de taartjes in ±25 minuten goudbruin. Laat ze even afkoelen en draai ze op bordjes om, zodat de peer weer boven komt. Serveer terwijl de taartjes nog lauw zijn.

Opmerkingen

  • Bron: Tartes aux fruits, Jill Elegeer, 1995, Le Ballon Eds
  • Bron: Delicious, juni 2008

Krokante kalfssukade, aardappelpurree met zachte geitenkaas en een salade van raapstelen

Ingrediënten

  • 7 plakken kalfssukade van circa 150 gram per stuk
  • 3½ glas rode wijn
  • 1 l demi-glace (of kalfsfond)
  • 6 takjes tijm
  • 3 teentje knoflook
  • 3 laurierblad
  • 7 grote kruimige aardappelen
  • 3½ dl melk
  • 70 g roomboter
  • 300 g zachte geitenkaas, b.v. Bokkesprong
  • 7 eetlepels bloem
  • 3 bosjes raapstelen

Dressing

  • 1 eierdooier, bij voorkeur gepasteuriseerd
  • ½ dl sherryazijn
  • 3 eetlepels frambozenazijn
  • ½ dl appelsap
  • ½ eetlepel honing
  • 1 eetlepel fijne mosterd
  • 2 dl olijfolie, neutraal van smaak
  • 1½ dl notenolie

Bereiding

Voorbereiden

Bestrooi de kalfssukade met peper en zout en bak het vlees mooi egaal bruin in olijfolie. Giet al het vet en eventuele losse bruine stukjes uit de pan. Blus de sukade met rode wijn af. Voeg de demi-glace, tijm, knoflook en laurier toe. Stoofde sukade op een heel laag vuur meteen halfgesloten deksel gaar in 1½ tot 2 uur klaar. Leg het gare vlees op een bord, dek het af met folie en laat het helemaal afkoelen in de koelkast. Kook de saus verder in tot deze dikker wordt, giet de saus door een fijne zeef en laat de saus afkoelen.

Dressing

Doe alle ingredienten voor dressing behalve de olijf- en notenolie in een kom. Meng de ingredienten met de staafmixer. Giet in een dunne straal alle olie erbij. Let op: het is belangrijk dat alle ingredienten dezelfde temperatuur hebben, anders schift de dressing. Breng de dressing verder op smaak met peper en zout.

Bereiden

Kook de ongeschilde aardappelen in water met een beetje zout. Haal de aardappelen als ze gaar zijn uit de pan en pel de schil er af. Verwarm ondertussen de melk met de roomboter. Wrijf de aardappelen door een passeerzeef (of prak ze fijn met een vork) en giet er langzaam de warme melk bij tot er een gladde puree ontstaat. Roer de fijngesneden geitenkaas door de puree. • Wentel de afgekoelde sukadelappen losjes door de bloem en bak ze krokant in een hete braadpan met olijfolie. Was de raapstelen, snij de kleine wortels er zonodig af en meng ze op het laatste moment met de dressing.

Serveren

Serveer 2 eetlepels aardappelpuree op elk voorverwarmd bord, giet er een lepel stoofsaus omheen, leg de sukadelappen schuin tegen de puree op en gameer het bord met de raapstelensalade.

Opmerkingen

  • Aantal personen: 7
  • Bron: Het Nieuw Nederlandsch Kookboek, Paul van Waarden, 2006 , Stichting Heren van Waarde, Rotterdam

Selderij-wortelterrine

Ingrediënten

Selderijpuree

  • 1 theelepel boter
  • 250 g knolselderij, geschild en in klokjes gesneden
  • 1 dl water
  • 1 dl kookroom
  • versgemalen peper
  • een snufje nootmuskaat
  • zeezout
  • 1¼ theelepel agar-agar
  • 2 eetlepels water
  • 4 eetlepels kappertjes
  • 1 eiwit
  • een snufje zeezout

wortelpuree

  • 1 theelepel boter
  • 200 g wortels, geschrapt en in klokjes
  • 1 dl water
  • zeezout
  • 1 dl kookroom
  • versgemalen peper
  • een snufje nootmuskaat
  • 1 ¼ theelepel agar-agar
  • 2 eetlepels water

Bereiding

Bekleed de vorm met huishoudfolie. Fruit de klokjes knolselderij in de boter. Blus ze af met het water, breng alles aan de kook en stoof de groente op matig vuur in ongeveer 10 minuten gaar. Voeg de kookroom toe en pureer het mengsel. Breng de puree op smaak met peper, nootmuskaat en zout. Roer het agar-agarpoeder met 2 eetlepels water glad en laat het 5 minuten wellen. Roer het dan door de knolselderijpuree, breng alles aan de kook en laat het op laag vuur 2 tot 3 minuten koken. Roer de kappertjes erdoor en laat het mengsel iets afkoelen.

Klop het eiwit met het een snufje zout stijf en schep het zorgvuldig door de puree. Doe alles in de bakvorm en zet die koel weg. Ga net zo te werk met de wortels. Verdeel het wortelmengsel over het selderijmengsel. Dek de vorm af met huishoudfolie en laat het gerecht in de koelkast in ongeveer 6 uur opstijven.

Haal de terrine 10 minuten voor het serveren uit de koelkast en snijd haar in plakken van circa 15 mm dik.

Opmerkingen

  • Voor 8-10 personen voor een middelgrote rechthoekige bakvorm.
  • Bron: Het gouden vergeten groenten boek, Marianna Buser, 2006, De Lantaarn, Soest

Kippenpastei

Ingrediënten

Vulling

  • 1 kleine kip
  • 250 g zwezerik
  • 250 g kalfsgehakt
  • 2 sneetjes witbrood zonder korst
  • beetje melk
  • 10 g gedroogde morilles
  • 6 artisjokbodems (diepvries of blik/glas)
  • peper
  • zout
  • 3 kippenbouillontabletten (voor 1½ liter)
  • 3 gehakte sjalotten
  • ragoutkruiden, te weten: gemalen peper, kaneel, nootmuskaat, gember, kruidnagel

Deeg

  • 400 g bloem
  • 10 g zout
  • 200 g boter
  • ca. ½ dl koud water
  • 1 ei voor de afwerking

Saus

  • 1 dl kippenbouillon
  • 1 eierdooier
  • citroensap

Bereiding

Deeg

Maak het korstdeeg liefst een dag van tevoren. Meng bloem en zout in een grote kom. Snijd de koude boter in de bloem met twee messen tot onregelmatig stukjes ter grootte van een erwt. Voeg zoveel koud water toe dat een samenhangende, klonterige massa ontstaat. Stort de inhoud van de kom op het aanrecht en vorm er met bebloemde handen een bal van zonder te kneden. De boterstukjes moeten zichtbaar blijven. Laat het deeg minstens 1 uur rusten in de koelkast, afgedekt met plastic- of aluminiumfolie om uitdrogen te voorkomen. Rol het deeg luchtig en snel uit tot een lap, vouw het in drieën en rol weer; vouw het nogmaals in drieën. Laat het deeg afgedekt met folie weer rusten, liefst een nacht, op een zeer koele plaats.

Vulling

Week de morilles een half uur in lauw water. Kook de kip in ruim een half uur gaar in zo veel kippenbouillon, dat hij onder staat. Houd de bouillon tegen het kookpunt aan. Haal de kip uit de pan en neem het vlees van het bot. De kippenbouillon wat laten inkoken, afkoelen en bezwaren.

Laat het brood weken in weinig melk, zodat het net vochtig wordt. Maak kleine balletjes van het kalfsgehakt. Prak daartoe met een vork het gebleekte witbrood door het gehakt. Maak op smaak met peper, nootmuskaat en zout. Vorm balletjes ervan. Artisjokbodems in plakken snijden. De gehaktballetjes met de geweekte morilles (weeknat bewaren) en de plakken artisjok enkele minuten in de kippenbouillon koken. Haal ze eruit en zet ze apart.

Zwezerik blancheren, dat wil zeggen: opzetten met zoveel koud water dat die onder staat; aan de kook brengen, afgieten en afspoelen. Daarna, in zo veel heet water, dat de zwezerik juist onder staat, met zout bijna gaarkoken in 15 minuten. Laten afkoelen, vet en vellen verwijderen en de zwezerik in plakken snijden.

Afwerking

Rol het deeg voor de laatste keer luchtig uit, vouw het in drieën en rol weer uit tot een ½ centimeter dikke lap. vet een vlaaivorm of springvorn in met boter en bekleed die met deeg. Laat het deeg aan de randen 2 centimeter overhangen. Leg het restant deeg voor het deegdeksel weg op een zeer koele plaats.

Wentel het kippenvlees, de plakken zwezerik, de gehaktballetjes en de stukken artisjokbodems even door de bloem en schik ze in de deegvorm. Verdeel de morilles en de gehakte sjalotten eroverheen. Voeg peper en zout naar smaak toe. Klop de eidooiers met citroensap schuimig en giet dit over de vulling.

Verwarm de oven voor op 225ºC (onder- en bo|venwarme). Rol de rest van het deeg uit tot een dunne, ronde lap, iets groter dan de vorm. Maak met een appelboor in het midden een gaatje. Vouw het overhangende deeg naar binnen en bestrijk het met eiwit, dat als plakmiddel fungeert. Sluit het geheel met de deemlap af, en stop die bij de rand in. Druk de rand rondom stevig aan met de platte tanden van een vork, zodat streepjes ontstaan. Versier de bovenkant met deegresten (blaadjes, bolletjes enz.) en plak die met eiwit op het pasteideksel. Zorg in elk geval dat middenin iets geplakt wordt, een rondje, een blaadje of een ster, waar ook met een appelboor een gaatje is gemaakt. Klop een ei los met een eetlepel water en een mespunt zout. Bestrijk het pasteideksel met losgekochte ei. Zet een trechter van aluminiumfolie in het gaatje.

Plaats de pastei onderin de oven, op de eerste of tweede richel van onderen. Bak met onder- en bovenwarmte. De korst moet goed de gelegenheid krijgen om gaar te worden. Temper de oven na 15 minuten tot 175-200ºC. Bak dan de pastei in de hete oven gaar in een half uur.

Saus

Maak intussen een sausje voor de afwerking, Breng kippenbouillon aan de kook. Eidooier loskloppen, een beetje hete bouillon erbij gieten, kloppen en dan bij de hete bouillon gieten. Goed kloppen tot het bindt. Desgewenst peper en zout toevoegen. Voeg op het laatst, van het vuur af, wat citroensap naar smaak toe. Haal dan de pastei even uit de oven en giet de saus door het gaatje. Laat de pastei nog eens een kwartier bakken. Dek het deegdeksel eventueel af, als dat te bruin wordt. Laat de pastei 5 tot 10 minuten bekoelen alvorens deze uit de vorm te nemen. Warm serveren.

Opmerkingen

  • Bron: De eerlijke Keuken – anno 1785 -, Marleen Willebrands, 2008, Mooi Limburgs Boekenfonds

Bloemkoolcouscous met kokkels

Ingrediënten

  • 2 kilo kokkels in de schelp
  • 1 Spaanse peper
  • 1 kleine bloemkool
  • 4 dl witte wijn
  • 50 g boter
  • 2 eetlepels gesneden bieslook

Bereiding

Voorbereiden

Was en spoel de kokkels net zo vaak tot al het zand er uit is. Houd er rekening mee dat dit wel een paar uur kan duren.

Bereiden

Smoor de kokkels gaar in wat olijfolie met enkele dunne sliertjes Spaanse peper. Schep de kokkels uit de pan zodra ze allemaal open zijn en laat de kokkels uitlekken in een zeef. Vang het vocht op en zeef dat nog een keer, dit keer door een schone theedoek. Maak de bloemkool schoon en snij er grote rozen van. Schraap deze met een dunschiller of kaasschaaf tot bloemkoolkruim. Stoof dit kruim in het vocht van de kokkels, de witte wijn en de boter. Breng de bloemkool op smaak met wat zout en peper, zodra het vocht is verdampt en de bloemkool beetgaar is. Meng de fijngesneden bieslook door de bloemkoolcouscous. Haal de kokkels uit de schelp.

Serveren

Schep een laagje bloemkoolcouscous van ongeveer een halve centimeter in een diep bord. Daarop komen de schoongemaakte kokkels.

Opmerkingen

  • Bron: Het Nieuw Nederlandsch Kookboek, Paul van Waarden, 2006 , Stichting Heren van Waarde, Rotterdam

Krokant gebakken asperges met dipsaus van nieuwe haring

Ingrediënten

  • 7 witte asperges AA, geschild
  • bloem
  • ei, losgeklopt
  • brood kruim*
  • 500 ml geklaarde boter**

Dipsaus

  • 1 nieuwe haring
  • 100 ml Kikkoman sojasaus
  • 1theelepel (Chinese) sesamolie
  • 1 eetlepel gembersiroop
  • 1 eetlepel gesneden bieslook

Bereiding

Meng de haring met de sojasaus, 50 ml water, sesamolie, gembersiroop en bieslook. Kook de asperges 2 min. in zout water (16 g zout per l) en laat ze afkoelen in het eigen vocht. Dep de asperges droog. Doe bloem, ei en broodkruim in 3 aparte borden. Haal de asperges achtereenvolgens door de bloem, het ei en het broodkruim.

Verhit de boter en bak de asperges in 2 delen in 5 min. goudbruin. Laat uitlekken op keukenpapier en serveer met de dipsaus.

Opmerkingen

  • Broodkruim maak je door wit brood fijn te malen in de keukenmachine
  • Geklaarde boter: smelt boter langzaam op heel laag vuur. Neem van het vuur en schep het schuim eraf. Schenk de boter voorzichtig in een kom en zorg ervoor dat de melkbestanddelen achterblijven in de pan.
  • Bron: Delicious, april 2008